Het voorstellingsvermogen van de mens is tegelijkertijd een zegen én een vloek. Het hangt er namelijk maar net van af wát we ons voorstellen. Stellen we ons voor dat we afgaan, falen, aangevallen of niet begrepen worden? Dan is dit voorstellingsvermogen een vloek. Stellen we ons voor dat we vrienden ontmoeten, gewaardeerd worden, liefdevol begroet worden? Dan is dit voorstellingsvermogen een zegen. De PFC heeft namelijk het vermogen alleen al door de voorstelling iets als reëel te laten verschijnen. De fantasie heeft op ons brein even veel impact als de werkelijkheid.